Het herstelplan kan worden gezien als de route naar financiële gezondheid. Net als veel andere pensioenfondsen heeft ook SPV last van de lage rente waarmee we moeten rekenen. Ook leven mensen gemiddeld langer. Daarnaast zijn we een fonds met veel jonge deelnemers. Hierdoor moeten we nu meer geld reserveren om straks de pensioenen te kunnen betalen.
Dekkingsgraad
De dekkingsgraad is de verhouding tussen het vermogen en de pensioenverplichtingen (de opgebouwde pensioenen die we nu en in de toekomst uit moeten betalen). Stel: alle opgebouwde pensioenen moeten tegelijkertijd uitbetaald worden. Bij een dekkingsgraad van 100% of hoger lukt dat. Er is dan genoeg geld in kas. Is de dekkingsgraad lager dan 100% dan is er onvoldoende geld beschikbaar om alle opgebouwde pensioenen ineens uit te betalen. Dan moeten we maatregelen nemen.
Uniek aan onze regeling is dat verloskundigen bij SPV elk jaar kunnen rekenen op een vaste verhoging van 2%. Zo houdt ons pensioen zijn waarde. Het fonds houdt bij het bepalen van de dekkingsgraad rekening met deze vaste verhoging.
Beheersen van risico’s
Voor een pensioenfonds is het beheersen van risico’s van groot belang. Voor het veilig omgaan met pensioentegoeden gelden strenge wettelijke regels. Naast De Nederlandsche Bank (DNB) houdt ook de Autoriteit Financiële Markten (AFM) toezicht op de pensioenfondsen.
Onze beleidsdekkingsgraad moet volgens de wettelijke regels aan het eind van het jaar minimaal 115,8% (2020) zijn. Ligt onze beleidsdekkingsgraad onder dit niveau? Dan is SPV wettelijk verplicht een herstelplan bij DNB in te dienen. Hierin staan de maatregelen om SPV weer financieel gezond te maken. De ondergrens voor de dekkingsgraad is 104,5% (2020). Een pensioenfonds mag niet te lang onder deze ondergrens zitten, maximaal 5 jaar. Als na 5 jaar het fonds nog steeds onder die grens zit, moet SPV er op dat moment voor zorgen dat de dekkingsgraad gelijk wordt aan deze ondergrens.
De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de actuele dekkingsgraden in de afgelopen 12 maanden.
Dekkingsgraad langer dan 5 jaar te laag
Eind 2020 had SPV voor de zesde maal een lager vermogen dan de wettelijk voorgeschreven ondergrens. Het fonds heeft daarom moeten besluiten om de pensioenen de komende 10 jaar telkens met 2% te verlagen, te beginnen op 31 december 2021. Dit doen we over de tot 1 januari 2021 opgebouwde pensioenen. Naast deze onvoorwaardelijke korting blijft de vaste jaarlijkse verhoging van 2% bestaan.
Herstelplan april 2021
Omdat de beleidsdekkingsgraad na de hiervoor genoemde maatregel eind 2020 nog onder het vereiste niveau lag heeft het pensioenfonds in 2021 een nieuw herstelplan opgesteld en ingediend bij DNB. In het herstelplan staat welke maatregelen we nemen om in de komende 10 jaar weer financieel gezond te worden.
Zo kunnen we de komende jaren de pensioenen niet extra verhogen, maar uw jaarlijkse verhoging van 2% blijft bestaan. Naast de verlaging van de opgebouwde pensioenen en van de pensioenopbouw de komende 10 jaar verwachten we geen aanvullende maatregelen te hoeven te nemen om binnen de hersteltermijn van 10 jaar financieel gezond te worden. Het herstelplan ligt ter inzage bij het pensioenfonds.
Crisisplan
Om voorbereid te zijn op een financiële crisis heeft SPV een financieel crisisplan opgesteld. In dit crisisplan staat wanneer er sprake is van een crisis en hoe het bestuur handelt als SPV in een crisissituatie komt. De lasten van de crisismaatregelen worden zo evenwichtig mogelijk verdeeld over alle (oud-)deelnemers en pensioengerechtigden.
Vrijstellingsregeling, onderbouwing en gevolgen ervan
Eind 2020 had SPV weer een lager vermogen dan het wettelijk voorgeschreven minimumniveau. Dat minimale vermogen bedraagt ongeveer 104,5% van de pensioenverplichtingen die SPV heeft. Gezien de bijzondere economische omstandigheden én de in de nabije toekomst te verwachten overgang naar het nieuwe pensioenstelsel heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de pensioenfondsen de ruimte geboden om niet te hoeven herstellen naar 104,5%, maar tot een niveau van ten minste 90%. SPV heeft besloten van deze geboden ruimte gebruik te maken via de Vrijstellingsregeling.
Herstelplan
Tussen pensioenfondsen bestaan grote verschillen. Denk aan de verschillen in leeftijd van de deelnemers, het aantal gepensioneerden en het aantal parttimers. Daarnaast spelen de omvang van het vermogen, de beleggingsmix en het beleid voor de afdekking van de rente een rol. En bij ondernemings- of bedrijfstakpensioenfondsen kan er een afspraak bestaan tussen het fonds en de werkgever dat de werkgever in moeilijke tijden bijspringt. SPV is een beroepspensioenfonds, dus daar kan de werkgever niet bijspringen. Al deze zaken leiden tot verschillen in de dekkingsgraad.
Voor SPV telt het nu zwaar dat de gemiddelde leeftijd van de deelnemers laag is in vergelijking met andere fondsen. SPV is een jong fonds en daardoor is SPV gevoeliger voor renteontwikkelingen. De ingelegde premie levert met de huidige lage rente voor de lange termijn veel minder op. Verder heeft de onvoorwaardelijke indexatie van 2% bij SPV invloed op de dekkingsgraad. Zonder deze vaste verhoging zou de dekkingsgraad een flink stuk hoger zijn.