Het ontstaan van een pensioenfonds voor door en van Verloskundigen.
Vroedvrouw zn. ‘begeleidster bij zwangerschap en bevalling’ Mnl. vroet wijf, vroede vrou ‘begeleidster bij bevallingen
Vroeger toen de verloskundige nog vroedvrouw heette was er niets geregeld voor de oude dag. Je kreeg AOW en vulde dat aan met de goodwill van de verkoop van de praktijk. Van dat geld leefde je dan. Als de goodwill tegenviel dan leefde je in armoede. Dit overkwam toen veel verloskundigen. Om deze behoeftige vroedvrouwen te ondersteunen werd het Dr. Terburghfonds opgericht. In 2020 is dit fonds opgeheven omdat er amper nog gebruik van gemaakt werd. De laatste begunstigster van het fonds overleed in 2021.
10 september 1973 oprichting van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen
Op initiatief van de beroepsgroepen (de huisartsen, fysiotherapeuten en verloskundigen) richtten de ziektekostenverzekeringen in 1973 diverse pensioenfondsen op. Bij SPV was de opdrachtgever de Nederlandse organisatie van Verloskundigen (NOV). De ziektekostenverzekeringen stortten in totaal 1 miljoen gulden als startkapitaal in het fonds. Hiervan maakte men per bevalling 1 gulden over op naam van de verloskundige. De kraamvrouw moest natuurlijk wel onder de ziektekostenverzekering vallen. Was de kraamvrouw particulier verzekerd dan moest de verloskundige zelf 1 gulden per bevalling overmaken. Vaak liet de verloskundige dat achterwege, want er was amper controle op.
Toen in 1993 de zorgverzekeringswet werd aangenomen, stopte de automatische overmaking per bevalling. In het tarief dat door de NOV werd uit onderhandeld zat ook 12,1% voor de pensioenpremie. En dat was voldoende voor een basispensioen. De verloskundigen kregen hierdoor het gevoel dat zij nu hun pensioen zelf betaalden. Bij veel verloskundigen geeft dit tot op de dag van vandaag een gevoel van ongenoegen.
De definitie van het pensioengevend inkomen werd door de belastingwetgeving van 2014 aangepast, het percentage werd toen 15,7%.
Voor verloskundigen die ná 1993 pensioen zijn gaan opbouwen, geeft de pensioenregeling een goed basispensioen. De verloskundigen die al vóór 1993 pensioen opbouwden, hebben voor dat eerst deel natuurlijk nooit voldoende om een goed basispensioen op te bouwen. Maar goede rendementen hebben dat voor veel collega’s toch enigszins goedgemaakt.