De verandering van de pensioenregeling heeft gevolgen voor uw persoonlijke pensioen. Die zijn niet voor iedereen hetzelfde. Hieronder ziet u het in het kort.
Bent u nog pensioen aan het opbouwen?
U gaat een pensioenpot opbouwen die meebeweegt met de economie. De waarde van het opgebouwde pensioen uit de bestaande regeling komt daar ook in. U krijgt ook een deel van de reserve die SPV bij de overstap heeft. Uw pensioenpot groeit door de beleggingsopbrengsten en de pensioenpremie die u maandelijks betaalt. Bij pensionering gaat een levenslang pensioen in. U heeft straks meer keuzemogelijkheden, zoals de keuze tussen een variabele of vaste pensioenuitkering en de mogelijkheid om zelf te bepalen hoeveel risico u neemt met uw pensioenpot.
Bent u gepensioneerd?
Dan gaat uw pensioenuitkering óók mee naar de nieuwe pensioenregeling. U krijgt ook een deel van de reserve die SPV bij de overstap heeft. U kiest straks tussen een variabele of vaste pensioenuitkering. Standaard is de variabele uitkering, waarbij uw pensioenuitkering mee blijft bewegen met de economie. Uw uitkering kan dus jaarlijks iets stijgen of dalen. We vormen een collectieve buffer (de ‘risicodelingsreserve’) die ervoor zorgt dat uw pensioenuitkering niet teveel gaat schommelen. Kiest u voor een vaste uitkering, dan koopt u die in bij een verzekeraar naar keuze. Dan kan uw pensioen niet meer lager worden, maar ook niet meer hoger.
Heeft u een pensioen bij SPV laten staan?
Dan gaat dat pensioen mee naar de nieuwe pensioenregeling. De waarde van het opgebouwde pensioen uit de bestaande regeling komt in uw persoonlijke pensioenpot bij SPV. Bij pensionering gaat een levenslang pensioen in. U heeft straks meer keuzemogelijkheden, zoals de keuze tussen een variabele of vaste pensioenuitkering en de mogelijkheid om zelf te bepalen hoeveel risico u neemt met uw pensioenpot.