Wat gaat er veranderen?

Elk jaar betaalt u premie voor uw pensioen. Op dit moment koopt het fonds daarmee in hetzelfde jaar meteen pensioen voor u. Zo bouwt u elk jaar een stukje pensioenuitkering op. Uw totale pensioen is de optelsom van al die stukjes. Dit noemen we een beschikbare premieregeling met directe inkoop. Dat gaat veranderen. Maar er blijven ook dingen hetzelfde.

Wat blijft hetzelfde?

  • In onze nieuwe pensioenregeling legt u net als nu, premie in tot u met pensioen gaat. De pensioenpremies zijn fiscaal aftrekbaar.
  • Uw pensioenleeftijd blijft 67 jaar en u mag uw pensioen eerder in laten gaan als u dat wilt.
  • Als u met pensioen gaat (of bent) ontvangt u een levenslang pensioen.
  • Als u een partner of kinderen heeft, is er voor hen een nabestaandenpensioen geregeld.

Wat gaat er veranderen?

  • We gaan over naar een flexibele premieregeling. In zo’n regeling komt uw premie in uw persoonlijke pensioenvermogen (pensioenpot). Uw pensioenpot beweegt mee met de beleggingsrendementen. Het beleggingsrisico is hoger voor jongere deelnemers en wordt geleidelijk afgebouwd naarmate de pensioendatum nadert. U kunt kiezen voor wat minder risico als u dat wilt.
  • Pas als u met pensioen gaat wordt uw pot omgezet in een pensioenuitkering. Die krijgt u levenslang, ook als u 110 wordt. Hoeveel pensioen u krijgt hangt af van uw pensioenpot, maar ook van de rente en de levensverwachting op dat moment. Tijdens de opbouw van uw pensioen ziet u in MijnPensioen hoeveel pensioen u naar verwachting gaat krijgen.
  •  U kunt kiezen voor de aankoop van een variabele of vaste pensioenuitkering. Bij een variabele uitkering blijft u doorbeleggen en wordt uw pensioen jaarlijks aangepast op basis van de beleggingsresultaten. Bij een vaste pensioenuitkering blijft uw pensioenuitkering gelijk.
  • We houden voor de variabele pensioenen een extra buffer aan om ervoor te zorgen dat de uitkeringen van de gepensioneerden niet te veel gaan schommelen. We noemen dat ook wel de ‘risicodelingsreserve’. Bij pensionering gaat 3% van uw pensioenpot naar deze collectieve reserve (tenzij u kiest voor een vast pensioen).
  • Premievrijstelling bij invaliditeit (PVI) wordt in de nieuwe regeling collectief voor iedereen verzekerd. De verzekering regelt dat SPV uw premiebetaling overneemt als u arbeidsongeschikt raakt. Voorwaarde is dat u privé een arbeidsongeschiktheidsverzekering heeft afgesloten. Voor de PVI betaalt u een extra premie van ca. 0,8% van uw pensioengrondslag.
  • In de nieuwe pensioenregeling is uw nabestaandenpensioen gebaseerd op uw beroepsinkomen, niet meer op het aantal jaren dat u deelnemer bent. Heeft u geen partner? Dan betaalt u hier ook geen premie voor. U heeft straks twee aparte nabestaandenpotjes. Een partnerpensioen dat u hebt opgebouwd in de bestaande regeling en een partnerpensioen vanuit de verzekering in de nieuwe regeling.

Wat gebeurt er met het opgebouwde pensioen?
De pensioenen die u heeft opgebouwd in de bestaande regeling, worden overgezet naar de nieuwe pensioenregeling. Ook de pensioenuitkeringen die al zijn ingegaan worden overgezet. Dit noemen we ‘invaren’. Bij de overgang worden de financiële reserves van Pensioenfonds voor de Verloskundigen verdeeld onder alle deelnemers. We verwachten dat uw pensioen hierdoor hoger wordt. SPV zorgt ervoor dat de bestaande pensioenen op een evenwichtige manier worden omgezet voor alle verschillende groepen verloskundigen.