SPV-bestuur verhoogt pensioenen extra

Het SPV-bestuur heeft besloten om onze pensioenen per 1 januari 2023 extra te verhogen. Dit komt bovenop de vaste jaarlijkse verhoging die 2% of 2,5% bedraagt. De extra verhoging is niet voor iedereen hetzelfde. Dit artikel legt uit waarom we onze pensioenen verhogen en met hoeveel per ‘indexatiegroep’.

Tijdelijke overheidsmaatregel
De extra verhoging is mogelijk dankzij een tijdelijke maatregel van de overheid. In aanloop naar het nieuwe pensioenstel dat Nederland krijgt, heeft Den Haag pensioenfondsen tijdelijk meer ruimte gegeven om pensioenen te verhogen. SPV maakt daar gebruik van.

SPV verhoogt pensioenen jaarlijks
Wat merkt u van de verhoging? Sowieso ontvangt u elk jaar de vaste verhoging die in onze pensioenregeling is vastgelegd. Als u gepensioneerd bent merkt u de pensioenverhoging direct in uw portemonnee: de uitkering die u maandelijks op uw bankrekening ontvangt gaat omhoog. Als deelnemer (of oud-deelnemer) ziet u de jaarlijkse verhoging terug op het uniform pensioenoverzicht (UPO) dat u ieder jaar ontvangt. Dit overzicht laat onder meer zien hoeveel pensioen u bij SPV heeft opgebouwd. In 2023 komt daar dus een extra verhoging bij.

Extra verhoging in 2023
Het bestuur heeft besloten om onze pensioenen zowel voor 2022 als voor 2023 extra te verhogen. De verhoging is beperkt en wordt in één keer doorgevoerd, namelijk op 1 januari 2023. De verhoging wordt toegekend over het pensioen dat u op dat moment heeft opgebouwd. Per ‘indexatiegroep’ verschilt de verhoging. Hoeveel u krijgt ziet u in de tabel onderaan.

Waarom nu wel een (kleine) verhoging?
De afgelopen jaren kon SPV (en veel andere pensioenfondsen) buiten de vaste jaarlijkse verhoging geen extra pensioen toekennen. Dat had te maken met de regels van de overheid en de hoogte van onze dekkingsgraad. Beide zijn veranderd waardoor ruimte ontstaat om te verhogen. Met de aanloop naar het nieuwe pensioenstelsel besloot de overheid de verhogingsregels (tijdelijk) te versoepelen. En de stand van onze dekkingsgraad is fors verbeterd.

De versoepeling van de overheid houdt grofweg in dat pensioenfondsen een voorwaardelijke verhoging mogen toekennen als de actuele dekkingsgraad en de beleidsdekkingsgraad niet onder de 105% staan. Belangrijk daarbij is dat de genoemde dekkingsgraden door de toekenning van de verhoging niet onder de grens van 105% terecht komen. SPV voldoet daar aan. Onze actuele dekkingsgraad stond eind oktober op 116,7% en onze beleidsdekkingsgraad op 108,4%.

Op basis van de nieuwe (tijdelijke) regels en de stand van onze dekkingsgraad kan SPV een maximale toeslag toekennen van 3% op jaarbasis, zo blijkt uit berekeningen. Een deel daarvan is toebedeeld aan onze vaste verhoging, het restant is beschikbaar voor de extra verhoging.

Ouderen profiteren meer
Uit berekeningen blijkt dat ouderen relatief wat meer voordeel hebben van de extra toeslag dan de jongere deelnemers (al zijn de verschillen beperkt). De afgelopen jaren gold namelijk een opbouwkorting. Die vervalt voor 2023. Zo weegt SPV de belangen van haar deelnemers zo evenwichtig mogelijk af.

Hoeveel krijgt u er bij?
Hieronder vindt u de verhoging van ons pensioen per ‘indexatiegroep’:

  • De groep die een onvoorwaardelijke verhoging van 2% krijgt: deze groep krijgt 2%* bovenop de reguliere verhoging. De groep krijgt dus in totaal een verhoging van 4%.
  • De groep die een onvoorwaardelijke verhoging van 2,5% krijgt: deze groep krijgt 1%* bovenop de reguliere verhoging. De groep krijgt dus in totaal een verhoging van 3,5%.
  • De groep die een onvoorwaardelijke verhoging van 2,5% krijgt, met een 3% conversie: deze groep krijgt 1%* bovenop de reguliere verhoging. De groep krijgt in totaal een verhoging van 3,5%. MAAR omdat zij conversie hebben wordt hier 3 procentpunten vanaf gehaald. De verhoging is uiteindelijk 0,5%.
  • De groep die een onvoorwaardelijke verhoging van 2,5% krijgt, met een 2% conversie: deze groep krijgt 1%* bovenop de reguliere verhoging. De groep krijgt in totaal een verhoging van 3,5%. MAAR omdat zij conversie hebben wordt hier 2 procentpunten vanaf gehaald. De verhoging is uiteindelijk 1,5%.
  • De groep die een onvoorwaardelijke verhoging van 2% krijgt, met een 2% conversie: deze groep krijgt 2%* bovenop de reguliere verhoging. De groep krijgt in totaal een verhoging van 4%. MAAR omdat zij conversie hebben wordt hier 2 procentpunten vanaf gehaald. De verhoging is uiteindelijk 2%.

 

*Het bestuur heeft ervoor gekozen om 2 verhogingen te bundelen en in één keer toe te kennen. Bij beide verhogingen wordt de vaste verhoging aangevuld tot 3%. De groep die 2,5% garantie heeft krijgt dus 2 keer 0,5% (=1%) en de groep die 2% garantie heeft krijgt 2 keer 1% (=2%).

In bovenstaande grafiek ziet u de pensioenresultaten per leeftijdsgroep. De berekening van het pensioenresultaat geeft een indicatie van koopkrachtbehoud. Berekend wordt wat de waarde is van het verwachte pensioen ten opzichte van een volledig geïndexeerd pensioen. In het kader van de tussentijdse verhoging hebben we deze berekening uitgevoerd met én zonder de verhogingen per 1 januari 2023.

We zien dat de pensioenresultaten voor oudere deelnemers door de extra toeslag beter worden, terwijl de pensioenresultaten voor jongere deelnemers juist iets afnemen. Hier gaan we uit van het huidige pensioenstelsel en houden we geen rekening met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. Ook zien wij dat de uitkomsten binnen een leeftijdscohort verschillen en afhangen van bijvoorbeeld de hoogte van het inkomen en de verhouding tussen bestaande en verwachte toekomstige opbouw, maar ook van de hoogte van de vaste jaarlijkse verhoging.